Met de meest recente administratieve instructies van de RSZ (Q4/2024) stelt de RSZ nu voor het eerst algemeen dat wanneer een werknemer een smartphone, laptop, bedrijfswagen, … krijgt of kan overkopen voor een fractie van de prijs, er socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn op het verschil tussen de reële restwaarde (de zogenaamde courante (markt)waarde) en het effectief door de werknemer betaalde bedrag.

Het verschil tussen de reële restwaarde en het effectief door de werknemer betaalde bedrag impliceert immers een voordeel voor de werknemer. En op in geld waardeerbare voordelen waarop de werknemer recht heeft ten laste van de werkgever ingevolge de arbeidsovereenkomst, zijn RSZ-bijdragen verschuldigd.

De courante waarde - of nog, de reële restwaarde - is de prijs die de werknemer in de winkel of op de tweedehandsmarkt zou moeten betalen op het ogenblik dat de werknemer de smartphone, laptop, bedrijfswagen, … in eigendom verwerft.

Dat de boekwaarde gelijk is aan 0, doet niet ter zake. Aan de andere kant, stel dat de werknemer de correcte restwaarde betaalt, dan zijn is er geen sprake van een voordeel in natura en zijn er dan ook geen RSZ-bijdragen verschuldigd.

De nieuwe administratieve instructie kan je er hier zelf op nalezen: https://www.socialsecurity.be/employer/instructions/dmfa/nl/latest/instructions/salary/particularcases/advantages_in_kind.html#heading-2

Nu, is dit wel allemaal zo nieuw zoals bijvoorbeeld De Tijd doet uitschijnen? En wat is de impact hiervan op jouw HR- en loonbeleid?